Wat een bijzondere dag was het afgelopen zondag. De weekendschool werd zondag 3 maart omgetoverd tot een waar geneeskundig instituut. Daar waar de eerstejaar aan de slag zijn gegaan met het vak geneeskunde, hebben de tweedejaars hun eerste les diergeneeskunde gehad. Er liepen dan ook veel docenten en studenten van de faculteit Diergeneeskunde op de weekendschool rond. Maar we kregen voor de verandering ook bezoek van een hond, een diamantduif, twee katten en drie gerbils (woestijnratjes). Deze werden door de leerlingen met veel enthousiasme en durf ontvangen, geaaid, geknuffeld en gevoerd. Wat een beestenboel was dat zeg! Er was ook een workshop dierenambulance. Nu weten de kinderen precies wat ze moeten doen als ze op straat een gewond of ziek diertje zien liggen: het nummer ‘144 red een dier’ bellen!
In de middag hebben de leerlingen ontdekt wat een dierenarts eigenlijk allemaal doet en mochten dit ook zelf uitproberen. Zo hebben ze naar het hartje en de longen van Cato de hond geluisterd, schedels en gebitten van verschillende dieren bekeken, bloedmonsters onder de microscoop bekeken en geanalyseerd, rontgenfoto’s bestudeerd en nog veel meer.
Gewapend met deze basisinformatie en de bekende witte labjassen, zullen de leerlingen volgende week zondag zelf als echte wetenschappers allerlei proefjes doen. En als afronding van het vak gaan zij de derde les naar de enige Diergeneeskunde faculteit van Nederland, die toevallig in Utrecht zit.