fbpx
020 – 280 17 00 EN

50 leerlingen, 4 onderdelen, TweeSteden

25-06-2014

Net bekomen van het bezoek aan het St. Elisabeth Ziekenhuis en de week erop zijn we alweer te gast in het TweeSteden Ziekenhuis. Juffrouw Chantal heeft dit weekend een volle agenda, dus meneer Robbert neemt de honneurs waar. En dat zal hij weten ook.. Hier lees je straks meer over als we bij het laatste onderdeel uitkomen.

Zoals we elk jaar stiekem gewend zijn, is ook dit jaar weer alles tot in de puntjes georganiseerd door het ziekenhuis. Wilma Jackson neemt al het geregel voor haar rekening en daarnaast ook nog eens één van de vier onderdelen. Hoewel de leerlingen twee weken geleden nog een spoedcursusje EHBO van Petrus Donders hebben gekregen, is een opfriscursus nooit verkeerd. “Die gaan we niet meer redden”, zegt Wassim als we het reanimatielokaal binnenkomen. Het ijs is meteen gebroken. Er ligt een pop op de grond, maar die krijgen we niet meer op z’n benen, zoveel staat vast. Juffrouw Wilma legt uit dat er een hele handige app is die eigenlijk iedereen op z’n smartphone zou moeten hebben. Zoek in de appstore naar ‘reanimatie’. Met deze applicatie kun je reanimeren oefenen en op het moment dat er echt iets gebeurd, kun je hem gebruiken als hulpmiddel. Echt een aanrader! Ook met de AED wordt nog even geoefend, niet onhandig want je merkt dat het toch weer even wennen is aan het apparaat. Overigens: ook goed om te weten, via Google Maps kun je altijd de dichtstbijzijnde AED lokaliseren.

Plasdokter
Na de opfriscursus van Wilma lopen we door naar de plasdokter. In eerste instantie is het wel een beetje wennen om over plas te praten maar meneer Robbert grapt; “dus u gaat eigenlijk altijd over de zeik?” De kinderen moeten lachen, dokter Bart Wijsman ook. Het gesprek neemt al heel snel een heel serieuze wending. We hebben het ineens over kanker. Wat een nare en heftige ziekte dat is. De kinderen zijn heel open en eigenlijk is het toch vooral ook erg confronterend dat eigenlijk iedereen wel op zijn of haar manier met kanker te maken heeft gehad. Er worden goede vragen gesteld. “Roken is toch heel slecht? Daar kan je toch kanker van krijgen?”, vraagt Ikrame. “Ja, dat is heel erg slecht.. goed dat je dat opmerkt. Ik kan niet genoeg benadrukken dat je niet moet gaan roken”, antwoord gastdocent Bart. “En de magnetron? Ik heb gehoord dat je kanker kunt krijgen van de straling”, vraagt Jamal. “Dat lijkt me niet zegt de dokter. “En van plastic elastiekjes?”, vraagt Alanur. “Wel uitkijken met knellen om je pols, maar kanker kun je er niet van krijgen.”, stelt dokter Bart gerust. Opvallend is het goede gesprek en de veilige sfeer in de groep.

Ballonnen en baby’s
Op de afdeling neonatologie hebben we maar liefst twee gastdocenten. We zitten in een kamer waar normaal zieke of herstellende kinderen een beetje kunnen spelen. Er komen kinderen die nog niet sterk genoeg zijn om al naar huis te gaan, maar zoals elk ander kind wel willen spelen. ‘Helaas’ geldt dat ook voor de leerlingen van de weekendschool, al dat speelgoed, maar vooral die ballonnen zijn toch wel erg aantrekkelijk en nemen wat van de focus weg van het verhaal van de gastdocenten. Zij vertellen een heel interessant verhaal over de afdeling, maar het is vooral leuk om de handen even in een couveuse te mogen steken. Je merkt dat het daar een stuk warmer is. “Kindjes zijn natuurlijk gewend aan de warme buik en dan is het in Nederland ineens heel koud”, fluistert Precious. De juffrouw heeft haar gehoord: “Zeker kindjes die erg vroeg geboren zijn, kunnen nog niet goed tegen de kou, daarom worden ze in een couveuse lekker warm gehouden.”

 Slang in je neus
Bij dokter Sofie komen we meer te weten over keel, neus en ogen. Je mag natuurlijk iets anders verwachten van een KNO-arts. Ze heeft heel veel gereedschappen in haar lades liggen en benadrukt hoe belangrijk hygiëne is. Er mogen wat leerlingen op haar onderzoeksstoel zitten, maar het is lastig voor iedereen om alles goed te zien. Dokter Sofie heeft ook een cameraslang. Die moet een neus ingaan en dan kun je iemand van binnen bekijken. Ze geeft alleen aan dat het niet geheel pijnloos is, dus dat we dat beter niet kunnen doen. Meneer Robbert kijkt even om zich heen en biedt zich dan niet zonder twijfel aan als testdummy. De kinderen komen bij het beeldscherm staan en langzaam maar zeker gaat de camera tot maar liefst 25 centimeter zijn neus in. De monden vallen open, ja dit is toch wel wat we wilden meemaken. De kinderen leren de meneer op een heel andere manier kennen.

Na vier onderdelen is het tijd om samen te vatten. Er is van alles blijven hangen, zoveel is duidelijk.  Een ding is niet helemaal duidelijk: “Waarom is er geen urologin? Hoe moeten moslima’s dan naar de plasdokter?”