In april bezochten de tweedejaars leerlingen musea Witte de With en TENT. Rotterdam. Daar praatten zij met de museumdocenten over ‘hedendaagse kunst’ en het nut daarvan. Ook leerden zij wat er zoal komt kijken bij het bedenken, uitwerken en tentoonstellen van een kunstwerk.
Anders over dingen nadenken
The Crime Was Almost Perfect luidde de tentoonstellingstitel van Witte de With. Aan de hand van werken van kunstenaars als Gabriel Lester en Kader Attia dachten de tweedejaars na over welke soorten misdaad er bestaan. Onder begeleiding van museumdocent Hannah stelden zij vast dat er naast diefstal en zakkenrollen, ook “zware misdaden” bestaan zoals discriminatie en moord.
Op de vraag “mag kunst over misdaad gaan?”, antwoordden de leerlingen instemmend. Want “door kunst ga je anders over dingen nadenken” en “soms vind je eerst iets goed en daarna slecht als je erover nadenkt”. Op de vraag “is misdaad kunst?”, reageerden de leerlingen echter nee-schuddend.
Na de rondleiding maakten de leerlingen een plaats delict na in de vorm van korte toneelstukjes vol intrige, humor en, uiteraard, met een beetje spanning en sensatie.
Anne Wenzel
In TENT. Rotterdam werden de leerlingen rondgeleid langs de werken van kunstenares Anne Wenzel. Hier leerden de leerlingen alle ins en outs van Wenzel’s werk. Zo werkt zij bijvoorbeeld niet alleen, maar heeft zij, als een echte onderneemster, mensen in dienst die meehelpen met het maken van haar kunstwerken.
De tentoonstellingsruimte was ingericht als een paleis, met allerlei kunstwerken die herinneringen opriepen aan vroeger. Van een gevallen kroonluchter, tot druipende bloemkransen en bustes met gaten. “Mooi hoor, maar best zwaar”, vond een van de leerlingen, knikkend bevestigd door de anderen. Hoewel de tentoonstelling inderdaad uit loodzwaar aardewerk bestond, gemaakt en vervoerd door vele mensenhanden, doelde hij op de onderwerpen van de kunstwerken.
“Spannend, maar toch ook speels”
Na de rondleiding door museumdocenten Lesley en Augusta volgde een workshop. Geïnspireerd door Wenzel’s werk, maakten de leerlingen samen een paleis, waarin zijzelf de hoofdrol speelden. Zij creëerden kleurige projecties op de muren, maakten geluiden door een microfoon en voerden een ‘performance’ op met plasticzeil, lichten en andere attributen.
Na afloop waren de tweedejaars onder de indruk. “Kunstenaars doen moeilijk werk”. Kunst is meer dan schilderen en beeldhouwen. “Je moet veel meer dingen doen dan je denkt”, zoals “een verhaal bedenken”, “technieken leren”, “je kunstwerken vervoeren” en ga zo maar door. Bovendien hoeft kunst niet saai te zijn, want, zoals een leerling de gastlessen in Witte de With en TENT. Rotterdam omschreef, “het was spannend, mooi en toch ook speels”.