Zondag 10 november veranderden de leslokalen van de tweedejaars voor een dag in een autofabriek. Het was de eerste les Wiskunde, en het zou een aangename kennismaking worden.
Het probleem van de fabrieksdirecteur
Gastdocent Erik vertelde over een autofabriek. De fabrieksdirecteur zat met de handen in het haar: hij had een probleem. De opslagplaatsen die voorheen altijd vol stonden met de nieuwste automodellen, in de meest waanzinnige kleuren, waren nu leeg. Niet omdat het slecht ging met de fabriek, maar juist omdat het zo goed ging. De vraag naar auto’s was veel groter dan het aanbod van de fabriek. Nieuwe auto’s werden meteen verkocht en veel klanten moesten daardoor té lang wachten op hun bestelling.
In drie teams ging lichting 8 aan de slag. Waarom kon de fabriek niet meer auto’s maken? En hoe zouden de teams de autoproductie kunnen opvoeren?
Een oplossing
Met potloden, stiften en scharen als gereedschap, bouwden de ‘monteurs’ zes automodellen in vier verschillende kleuren. Maar al snel bleek dat niet iedere monteur even snel werkte of evenveel te doen had. Sommigen knipten en kleurden zich het schompes, terwijl anderen geen enkele opdracht binnenkregen en dus niets te doen hadden.
Daar lag het probleem van de fabrieksdirecteur!
In een tweede ronde veranderden de teams hun werkwijze en optimaliseerden daarmee hun productieproces (zoals dat met dure woorden wordt genoemd). De nieuwe werkwijze bleek zijn vruchten af te werpen. Alle teams produceerden nu meer auto’s. Eén team wist zelfs drie keer zoveel auto’s te maken.
Leerzame momenten
Het was een bijzondere dag, vol spanning en plezier, maar ook boordevol leerzame momenten. Belangrijkste leerpunt: als team kom je verder door samen te werken en taken te verdelen!
Wie weet mogen de tweedejaars in de toekomst wel aan échte directeuren uitleggen hoe zij hun bedrijf beter kunnen maken.