In het onderwijsmagazine Didactief(online) een uitgebreid artikel (zie hieronder) over ons programma IMC Basis. Journalist Leone de Voogd nam zelf tijdens een gastles een kijkje bij IMC Basis op OBS De Fonkel in Tilburg (en bij onze coördinator Sandrine van der Perk). Speciale aandacht in het artikel voor het kader ‘Veelbelovend Onderzoek’ waarin helder de wetenschappelijke onderbouwing van onze onderwijsfilosofie wordt aangestipt.
Hieronder is het uitgebreide artikel ‘Gastles verbreedt hun toekomst’ te lezen, zoals het op de portal van Didactiefonline is geplaatst. Daarin onder andere ook een interview met onze oprichter Heleen Terwijn. Onderaan het artikel zoals het geplaatst is in het magazine Didactief.
Gastles verbreedt hun toekomst
TEKST LEONE DE VOOGD
Na het succes van de weekendschool is er IMC Basis: een verrijkend programma onder schooltijd, op inmiddels 37 basisscholen. Didactief nam een kijkje in Tilburg.
‘We weten niet hoe we moeten beginnen.’ Angelina en Chris gaan een filmrecensie schrijven over Harry Potter. Ze zijn enthousiast over hun onderwerp, maar hebben nog geen idee wat een recensie is. Na een korte uitleg zegt Angelina: ‘Dus eigenlijk moeten we beginnen met een korte samenvatting? Dan weet ik het.’ Razendsnel gaan ze aan de slag met het overschrijven van een tekst van internet, waarbij Chris dicteert.
Het is woensdagochtend en de leerlingen van groep 8 van obs De Fonkel in Tilburg werken verspreid over de school aan hun eigen krant. In een redactievergadering heeft gastdocent Justin Stolwijk, eindredacteur bij Stadnieuws in Tilburg, zojuist ideeën voor artikelen aangedragen en taken verdeeld. In duo’s werken de leerlingen onder andere aan een nieuwsbericht over de coronamaatregelen op school, een interview met de stagiaire, recensies en een weerbericht.
Twee leerlingen zijn druk aan het googelen. Stolwijk kijkt mee. ‘Ga je daar informatie vinden over hoe de school met corona omgaat?’ ‘Misschien moeten we ook mensen vragen,’ realiseren de leerlingen zich. ‘Wat ga je dan vragen?’ vervolgt Stolwijk. Diepe zucht: ‘Wat stelt u moeilijke vragen.’
Starten met vragen stellen
De gastles van Stolwijk maakt deel uit van de wekelijkse IMC Basis-lessen. Dit programma van Stichting IMC Weekendschool, vooral bekend van het verzorgen van onderwijs op zondagen aan kinderen uit kansarme milieus, bestaat sinds 2014. Het programma van drie uur gastles per week wordt aangeboden aan groep 7 en 8 op 37 basisscholen in heel Nederland met een hoog schoolgewicht, waar leerlingen vaker dan gemiddeld opgroeien in armoede of in gezinnen met integratieproblemen. IMC Basis wil bijdragen aan het toekomstperspectief en zelfvertrouwen van leerlingen en hun vaardigheden ontwikkelen, zodat ze in de toekomst gemotiveerde keuzes kunnen maken.
Journalisten verzorgen altijd de eerste gastlessen van IMC Basis, om leerlingen te triggeren om vragen te stellen. Het tweejarige curriculum bestaat uit zestien vakken of thema’s, waaronder recht, geneeskunde, beeldende kunst, techniek, filosofie, ondernemen en politiek. Elk thema komt drie tot vijf weken aan bod. Een breed programma, dat past bij bevindingen van onderzoekers dat vooral kinderen uit laagopgeleide milieus extra profiteren als onderwijs kennis van de wereld aanbiedt.
Sandrine van der Perk is regionaal IMC Basis-coördinator voor drie scholen in de regio Tilburg. Ze is opgeleid door de Stichting IMC Weekendschool en bereidt de thema’s in overleg met de gastdocenten voor. Ze begeleidt hen op school en zorgt dat de lessen interactief zijn en vaardigheden volop geoefend worden. Vanochtend ontvangt ze de gastdocenten in de lerarenkamer van De Fonkel, waar ze moeiteloos de koffie en coronaformulieren weet te vinden. Gastdocent en freelance journalist Zamire Willems komt aan met de fiets. Ze woont hier in de wijk en verzorgt vandaag voor het derde jaar een gastles. Ze toont Van der Perk haar koffer met perskaart, microfoons en ‘camera’ (haar smartphone); samen nemen ze de les voor groep 7 door.
“Gastdocent uit regio is ook handig voor latere snuffelstage”
Snuffelen aan nieuws
Alle gastdocenten doen dit vrijwillig en ze komen bij voorkeur uit de regio. Van der Perk: ‘Dat is ook handig als leerlingen bijvoorbeeld een snuffelstage zoeken.’ Ze merkt dat het makkelijker is om gastdocenten te vinden voor de doelgroep van IMC Basis. Vrijwel iedereen is enthousiast en wil kinderen iets leren over zijn of haar vak. Dat geldt zeker voor Willems, die er zelf ook van leert. ‘Kijken wat er in die kinderhoofdjes om gaat. Wat krijgen ze van nieuws mee? De meesten lezen geen krant en weten nauwelijks wat het is, maar via internet volgen ze het nieuws wel.’
Terwijl de gastdocenten zich nog even voorbereiden, verzorgt Van der Perk een korte introductie in groep 7. In groep 8 bereidt meester Rob Outmaijer zijn klas voor op het thema journalistiek en de komst van Stolwijk. Op de vraag wat een eindredacteur precies is, komt weinig respons. De journalistieke formule ‘5xW+1xH’, doet bij een leerling wel een belletje rinkelen. ‘Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe,’ lepelt hij moeiteloos op.
‘Wie denkt dat je een diploma nodig hebt om journalist te worden?’ vraagt Outmaijer als Stolwijk binnen is. Zeven handen gaan de lucht in. Stolwijk legt uit dat journalistiek geen beschermd beroep is, maar dat een diploma wel handig is en dat je er via verschillende routes kunt komen. Outmaijer: ‘Stel, Mirac doet vmbo-kader, kan die er dan ook terechtkomen?’ Stolwijk: ‘Ja, als je je best doet, het duurt misschien iets langer.’
In groep 7 is Willems ook begonnen aan haar gastles. ‘Waarom is dit nieuws?’ vraagt ze bij een filmpje over een conflict tussen bekende vloggers. ‘Omdat er NOS staat,’ weet een leerling. ‘Ze hadden ruzie, als ze dat altijd hadden zou het geen nieuws zijn,’ vult iemand aan. Tussendoor stelt Van der Perk voor om er een ‘petje op, petje af’-werkvorm bij te gebruiken. Willems kijkt even verbaasd. ‘Ik wist niet dat we samen les gingen geven,’ zegt ze in de pauze. ‘Ik had mijn werkwijze moeten toelichten,’ realiseert Van der Perk zich, die haar pabo-achtergrond graag inzet om leerlingen te activeren nog vóór hun aandacht verslapt.
‘Enthousiasme van leraar is sterke motor’
Schoolleiders en leraren benaderden de afgelopen jaren de Stichting IMC Weekendschool met de vraag: wat kunnen wij van jullie leren? Heleen Terwijn, oprichter en directeur strategie van de stichting, legt uit. ‘Na lang nadenken hebben we besloten het IMC Weekendschool-programma naar het reguliere onderwijs te brengen met het IMC Basis programma. Het was best een stap om een weekendactiviteit nu onder schooltijd, in de klas en als onderdeel van het onderwijs te organiseren. Zouden we het enthousiasme dat op de weekendschool heerst ook in de routine van de reguliere school kunnen krijgen? IMC Basis heeft meer succes dan ik had durven voorspellen. Wat vooral een hele sterke motor blijkt, is dat leraren zo enthousiast zijn. Ze zien andere talenten van hun leerlingen dan in de reguliere les en gaan daardoor anders naar hen kijken. Wat er in de gastlessen gebeurt, nemen leraren ook mee de schoolweek in. De sociaal-emotionele effecten staan bij ons op de voorgrond, maar het zou me niets verbazen als de schoolprestaties ook omhooggaan door IMC Basis. Als je naar de eindtermen kijkt van groep 8, kun je heel veel kruisjes zetten, van lezen van een atlaskaart tot rekenen met geld. Leraren ervaren het ook niet alsof het van andere lessen afgaat. En dat heb ik het nog niet eens over 21e-eeuwse vaardigheden en burgerschapsvorming. Het is één grote burgerschapsvorming. Ons idee is natuurlijk heel simpel. Kinderen leren over later, over de wereld en over zichzelf. We kiezen er nu voor dat naar reguliere scholen te brengen en te verankeren, liefst op zo’n manier dat we straks niet meer nodig zijn. De vraag is op welk moment we het kunnen loslaten. Naast IMC Basis doen we nu een stap verder in die richting met IMC Basis 2.0, dat nu op vier scholen draait. Daarin geven we leerkrachten een steeds grotere rol en zorgen we dat ze de IMC Basis methode zelf in de vingers krijgen. Ook bij het alumniprogramma voor IMC Basis kinderen dat we nu opzetten, krijgen de scholen een grote rol. We breiden steeds verder uit, maar blijven bij het uitgangspunt dat we ons focussen op scholen en wijken waar het ’t hardst nodig is.’ |
Veel taal en een beetje maatschappij
Van der Perk is enthousiast over de wijze waarop de hele school het programma draagt. ‘Als je voor De Fonkel kiest, kies je voor IMC Basis.’ Dat lijkt mede te danken aan Marcel Huijgens, die net een jaar directeur van De Fonkel was, toen hij in 2017 IMC Basis binnenhaalde. In de voorgaande jaren was de schoolpopulatie geleidelijk veranderd. Huijgens zoekt voorzichtig naar de politiek correcte woorden. ‘Dit was eerst een doorsnee school in een vinexwijk, maar inmiddels zijn we een doelgroepschool, met veel gezinnen met een lage sociaal-economische status en een migratieachtergrond. Ouders maken zich zorgen over de kansen van hun kinderen. Ze vinden het lastig als we spreken van achterstanden, dus we framen het anders: we willen gewoon een goede school zijn voor onze kinderen.’
Het mooie van IMC Basis vindt hij dat de kinderen het weekend vrij houden én dat hij geen kinderen hoeft te selecteren. Maar vooral: ‘We zijn bewust heel veel met taal bezig, maar daardoor verengt het curriculum in de onder- en middenbouw ook een beetje. Met IMC Basis proberen we dit weer te verbreden en de maatschappij binnen te halen. In de volle breedte. In het begin draaide het vooral om academische beroepen. Dat is interessant, maar niet voor alle kinderen relevant. We hebben nu binnen hetzelfde thema mensen van verschillende niveaus, bijvoorbeeld niet alleen een rechter, maar ook iemand die bij Bureau Halt werkt.’
Financiële partners en netwerken
Het IMC Basis-programma kost per school tussen de 26 en 37 duizend euro, afhankelijk van het aantal klassen dat meedoet en de mate waarin de school zelf het programma invult. Voor dat bedrag komen er jaarlijks drie uur per week gastdocenten langs in groep 7 en 8 en doet IMC Basis de coördinatie. Het streven is de kosten op elke locatie gelijk te verdelen over vier partijen: de school, de gemeente, lokale partners (fondsen, serviceclubs, bedrijfsleven), en landelijke (vermogens)fondsen, bedrijfsleven en maatschappelijke partners.
Als een van de partijen niet thuis geeft, zoekt de stichting naar andere manieren van financiering. Bij De Fonkel wordt het gemeentedeel bijvoorbeeld bekostigd door het schoolbestuur. Directeur Huijgens: ‘De gemeente vond dat ze al genoeg geeft aan de weekendschool die we ook hebben. Mij kost het op dit moment niets, omdat het schooldeel uit het Jeugdeducatiefonds komt.’ Het Jeugdeducatiefonds is een landelijk fonds waar basisscholen geld kunnen aanvragen om ontwikkelingskansen van kinderen met een achterstand te vergroten.
Van der Perk werkt 16 uur per week op De Fonkel, net als op een tweede school. Op haar derde school werkt ze maar acht uur; daar is ook een leerkracht acht uur vrijgeroosterd voor IMC Basis. ‘We verweven de thema’s daar veel meer met het curriculum van de school en bereiden de lessen samen voor. We noemen dat IMC Basis 2.0 (zie kader ‘Enthousiasme van leraar is sterke motor’, red.).’
Stiekem werken aan taal
Leerkracht Max van den Berg van groep 7 is blij met de gastdocenten die Van der Perk regelt. ‘Een journalist kan veel meer vertellen over het nieuws dan ik. Het is vooral die eigen ervaring van gastdocenten die waardevol is. Onze leerlingen hebben niet zo’n groot netwerk vanuit thuis. Als je ze vraagt wat ze willen worden, noemen ze de standaardberoepen als piloot of brandweerman. Nu zeggen ze bijvoorbeeld: “Hé dat is mijn tandarts, dat kan ik ook worden.” Natuurlijk is er weleens een les wat minder, niet elke gastdocent staat zo natuurlijk voor de klas. We hebben hier soms technische mensen die niet gewend zijn voor kinderen te spreken, dan helpt Sandrine te levelen.’
De gastlessen hebben vaak ook een relatie met de ‘gewone’ lesstof. ‘We zijn in de IMC-lessen bijvoorbeeld ook bezig met rekenen en taal, maar dat hebben de leerlingen niet door,’ vervolgt Van den Berg. ‘Samen met mijn collega bepaal ik welke reguliere lessen we laten vallen. Soms is dat verkeersles, soms wereldoriëntatie. Je kunt het niet een-op-een vervangen, dus dat is lastig. Maar we hebben nooit commentaar gekregen van “wat leren die kinderen in drie uur?”. Bij ondernemerschap bijvoorbeeld ontwikkelden ze een eigen product waarbij ze de winst mochten houden. Dan ontdekken ze dat handelen niet alleen kopen en verkopen is, maar dat er meer bij komt kijken. Heel leerzaam.’
Jayden (‘bijna 11’) uit groep 7 heeft vandaag geleerd hoe je het ijs kunt breken in een moeizaam gesprek, wat open en gesloten vragen zijn en wat nieuws is. Hij denkt niet dat journalist zijn echt bij hem past. ‘Ik ben niet echt van vragen stellen, ik ben van het antwoorden.’ ‘Maar wat is een ijsbreker dan?’ vraagt zijn buurman. ‘Eerst ff kletsen en daarna pas zo,’ legt Jayden uit, terwijl hij een denkbeeldige microfoon onder zijn buurmans neus drukt.
Beroepsperspectieven
Angelina en Chris in groep 8 zijn bijna klaar met hun samenvatting van Harry Potter. ‘Dan moeten we ook nog zeggen wat we ervan vonden,’ weet Angelina. Chris: ‘Dit is wel leuker dan gewone les. Meester Rob geeft alleen maar les over taal, sommen of woorden opschrijven. Met rekenen kun je niets, alleen als je wetenschapper wilt worden, maar dat wil niemand. Hier doen we dingen die je later gaat doen.’
Gastdocent Willems blikt met groep 7 terug op de les. Ze toont filmpjes van leerlingen die elkaar interviewen. ‘Zien jullie hoe moeilijk het is open vragen te stellen?’ Ze moedigt de leerlingen aan vooral te blijven oefenen en is natuurlijk benieuwd of ze hen enthousiast heeft gemaakt. ‘Denkt iemand dat hij journalist wil worden?’ ‘Ik vond het wel leuk, maar ik wil chirurg worden,’ reageert een leerlinge. ‘Eerst ga ik havo doen, dan ga ik naar boven, naar vwo en dan universiteit proberen.’ ‘Pfff,’ verzucht een klasgenoot.
Na afloop evalueert Van der Perk de lessen met de twee gastdocenten. Willems heeft weer genoten van het lesgeven, de lachende gezichtjes en de openheid van de leerlingen. Al merkt ze dat het ook veel energie kost. ‘Ik heb nog meer respect voor leraren’. Stolwijk ziet dat met de kinderen aan de slag gaan het beste werkt. ‘Ik vind het heerlijk om dan van groepje naar groepje te lopen. Dan zie je ook de verschillen. Sommige leerlingen gaan keihard aan het werk en anderen hebben echt een schop onder hun hol nodig.’ Hard gewerkt of niet, de leerlingen kunnen ter afsluiting van de gastles even achteroverleunen bij het Jeugdjournaal.
Onderzoek naar IMC Basis
Promovenda Rochelle Helms onderzoekt de programma’s van IMC Weekendschool in het kader van het programma ‘Gelijke kansen voor een diverse jeugd’ van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Uit een pas afgerond onderzoek onder alumni van de Weekendschool blijkt dat zij positief terugblikken op de bijdrage van IMC aan hun toekomstperspectief en sociaal-emotioneel welzijn. Momenteel onderzoekt Helms wat het IMC Basis-programma oplevert. Ze volgt deelnemende leerlingen van eind groep 6 tot eind groep 8 en vergelijkt hen met leerlingen op scholen zonder IMC Basis. Wat betekent het voor hun beroepenkennis, sociaal-emotioneel leren en cognitieve ontwikkeling? Helms: ‘Op de weekendscholen komen kinderen vrijwillig en vormen ze een hechte groep. Zo’n collectieve identiteit en je eigen stem kunnen laten horen lijken heel belangrijk voor het toekomstperspectief. Dat mis je bij IMC Basis, maar daar krijg je wel de meest kwetsbare kinderen mee die je anders niet goed bereikt. Ook de integratie met het curriculum is kansrijk. Ik ben benieuwd of IMC Basis dezelfde positieve ervaringen teweegbrengt als de weekendschool.’ De randvoorwaarden lijken gunstig. IMC Basis lijkt te voldoen aan succesfactoren voor onderwijsverrijkende programma’s die uit internationaal onderzoek voortkomen, de zogenoemde ‘SAFE-kenmerken’: programma’s hebben een duidelijke doorlopende lijn (Sequence), gebruiken actieve werkvormen (Active), richten zich op persoonlijke en sociale ontwikkeling (Focused) en leren daarbij expliciet sociale of persoonlijke vaardigheden aan (Explicit). Helms verwacht de eerste resultaten in 2021. Durlak, J. A., & Weissberg, R. P. (2007). The impact of after-school programs that promote personal and social skills. Chicago, IL: Collaborative for Academic, Social, and Emotional Learning. |